Het belangrijkste is dat de zorgbehoefte individueel is en dat ze een vaste mentor hebben. Dus niet iedereen in de klas heeft dezelfde mentor. De kinderen hebben maandelijks een gesprek. Als het nodig is vaker. 

Bijna alle kinderen hebben een leerachterstand. Dus daar wordt veel bij geholpen. Op het praktijk onderwijs hebben de kinderen meestal leerachterstand van 3 jaar of meer. Ze hebben dus een IQ tussen de 50 en 80/85. 
Grotendeel hulpvraag zorg PDD-NOS, ADD en autisme gedrag regelingen
werk op maat speciaal afgestemd op leerlingen

Ze hebben kleine klassen. In een klas zitten maximaal 15 kinderen. Doordat de klassen veel kleiner zijn is er veel meer persoonlijke aandacht voor alle kinderen. Het is heel belangrijk dat de kinderen genoeg begeleiding krijgen en vandaar de kleinere groepen. 

Iets kleinere lokalen zijn ook een aanpassing.
Er wordt veel rekenschap gehouden met prikkels en structuur in een klas. Daarom zijn alle theorielokalen op dezelfde manier ingericht. Ook alle praktijklokalen zijn op dezelfde manier ingericht.
Ook is er een vaste planning per week zodat de kinderen structuur hebben die week en weten wat ze moeten doen.  
Het is belangrijk om op een dag altijd dezelfde stappen te nemen en een duidelijke uitleg te geven. Anders kunnen de kinderen helemaal in de war raken en zelfs in paniek. De dag begint altijd op dezelfde manier. Docenten doen heel veel op eigen manier maar wel in veel overleg.  

Iedereen krijgt werkstof naar eigen niveau en bijna niemand werkt in hetzelfde boek. Daarom is het niet mogelijk om een algemeen eindniveau te hebben.  Je krijgt ook geen diploma als je school hebt afgerond. De school is branche gericht. Wel krijg je aan het eind van klas 6 een bewijs dat je op die school les hebt gekregen. Er zijn wel diploma's te behalen, bijvoorbeeld voor lassen of bed opmaken, maar niet voor een praktijk diploma. Alle bereikte doelen komen in een portfolio.